DESIGN ENGINEERS VAN TEAM LENCON – DEEL 3

Nicolas Verhulst en Maxine Rietveld werken beiden als design engineer bij Lencon en geven ons een inkijkje in het ontwikkelproces. Vandaag zoomen we, na twee eerdere artikelen, in op het maken van een model en het opleveren van het eindproduct.

‘Met een model maak je het ontwerp tastbaar. Vooraf bedenk je welke vraagstukken je met een model wilt beantwoorden. Is het formaat belangrijk? Zo ja, dan ga je het op de juiste schaal maken. Wil je meer weten over de beweging? Dan moet er een motortje in. Het wordt pas echt als je het bouwt. Dan krijg je veel meer inzicht in de kern van je probleem. Op basis van dit soort afwegingen bepaal je wat voor soort model passend is: een spuugmodel (quick en dirty, dit hangt bij wijze van spreken van spuug aan elkaar), een proof of concept of een prototype. Zo snel mogelijk een model willen bouwen, dat is overigens echt iets voor industrieel ontwerpers. En het ideale is dat we hier bij Lencon een eigen werkplaats hebben met materialen, gereedschappen en enkele 3D-printers. Omwille van de snelheid maken we bij de bouw van een model vaak creatief gebruik van bestaande materialen. Dan zijn we inderdaad bezig als een soort MacGyver.’ Enthousiast: ‘Dat is echt een enorm fascinerende fase.’

Werkt iedereen met modellen?

‘We stimuleren dat wel. Het gevaar van al die mooie 3D computerprogramma’s is dat we allemaal op schermen zitten te kijken. Maar als je te lang achter de computer zit, verlies je het contact met de realiteit. Je verliest bijvoorbeeld je gevoel voor schaal. Hoe soepel gaat dat product straks bewegen? Zitten de knoppen wel op een logische plek? Dat zijn hele praktische vragen, waar je pas in de echte wereld antwoorden op vindt. Wat we ook soms doen, als we met meerdere collega’s aan een opdracht werken, is dat ieder een eigen model maakt, op basis van eigen inzichten. Want soms dénk je wel dat je het over hetzelfde hebt, maar als je het model van de ander ziet en vasthoudt, dan pas is het ‘Oh… jij bedoelt het op die manier’. Dat is heel leerzaam en vaak ook verrassend.’

Laat je zo’n spuugmodel aan klanten zien?

‘Het is logisch dat klanten ook graag al iets willen zien in dat stadium. Vaak reageren ze er heel goed op, maar het is aan jou om vooraf in te schatten of de klant erdoorheen kan kijken. Als ze denken ‘Ik betaal veel geld en nu krijg ik iets van karton met tape’, dan is dat natuurlijk niet de bedoeling. Dus soms kiezen we ervoor om gebruik te maken van hele inzichtelijke posters. Dan kunnen we, ook zonder dat het 3D is, de bedoeling zichtbaar maken aan de klant.’

‘Weten we meer over wat het ontwerp moet kunnen, dan maken we een realistisch model, soms op schaal, waarmee we werkelijk kunnen gaan testen. Alles wat we dan gaan meten, komt uit het opgestelde Programma van Eisen. Het product moet immers aan die eisen voldoen. Ook hier gaan we weer zelf bouwen en kijken of we tegenstrijdigheden in het ontwerp tegenkomen. Je moet het echt fysiek kunnen beoordelen. In deze fase van het proces ben je meer wetenschappelijk bezig met verwachtingen, het analyseren van resultaten en metingen tegen elkaar afzetten. En op basis van die resultaten bepaal je dus wat wel of niet haalbaar is. De focus ligt vooral op het testen van de zaken waar de grootste risico’s liggen voor het product, je project of je gebruiker.’

Ben je nu in de ideefase of conceptfase bezig?

‘We voegen die soms samen, zoals ook in het project waar we nu aan werken. De ideefase is heel breed, dan verzamel je ideeën. Het concreter maken, dat is meer de conceptfase. Daar kijken we ook hoe onderscheidend we kunnen zijn. Om de gevolgen van keuzes duidelijk te maken, vergroten we sommige eigenschappen uit om te testen hoe de klant daarop zal reageren. Klein of piepklein? Snel of supersnel? Ook hier proberen we dat te onderbouwen met fysieke modellen. Soms kan dat niet, maar dan geef je wel een presentatie op basis van CAD-modellen, handmatige schetsen of renderingen. Alles is bedoeld om weer goed af te checken bij je klant wat de wensen zijn.’

En hoe zit het met een prototype?

‘Dat kan van karton zijn of echt een volwaardig model. We beoordelen wat er voor dat project nodig is. Soms is het prototype, het concept, ook werkelijk het eindproduct. Tja, als je klant maar één exemplaar nodig heeft… Dat is dus ook belangrijk om bij de start van het proces te identificeren. Om hoeveel stuks gaat het? 1 of 10? 100 of 1000? En wat kunnen wij daarin doen? Voor een klant uit de automotive branche, die miljoenen stuks nodig heeft, maak je hele andere afwegingen.’

‘Dus hoe je een ontwerp oplevert, dat kan per opdracht verschillen. Is het een seriematig product, dan gaan we naar de detailleringsfase. Welke schroefjes? Wat voor kunststof? Printplaat ontwerpen en laten bouwen. Het opstellen van handleidingen. We werken aan alle details en betrekken ook de collega’s hierbij.’

‘Voor ons is het heel leuk om het product in het écht te zien. Dus van je computerscherm via modellen naar het eindproduct. Het geeft zo veel voldoening om een niet-bestaand-product te bedenken. Als je dat dan aan het eind echt in je handen hebt… en aan de eindgebruiker kunt overhandigen… Dat missen we soms trouwens. Wij maken niet altijd de eindgebruiker mee, de klant zit er immers tussen. De feedback van de eindgebruiker is wel essentieel. Ja natuurlijk is het ook leuk, maar vooral echt nodig. Maar dat kan niet altijd, je moet ook voorkomen dat de concurrent er lucht van krijgt.’

‘Hebben we ’t ontwerp opgeleverd? Dan is het aan de klant. Doen ze de eigen productie? Dan trekken ze alles naar zich toe en scheiden onze wegen. Natuurlijk hoop je dat je ooit ergens je product tegenkomt. Maar meestal maken wij B2B producten, dus die kom je niet snel meer tegen. Doen we bij Lencon de productie? Dan zien we het product in een doos het pand verlaten. Ja, da’s heel mooi.’

LAAT JACCO MAAR SCHUIVEN

Als senior design engineer heeft Jacco het bij Lencon enorm naar zijn zin. ‘Ik werk hier nu ongeveer een jaar, maar ben al zo’n 30 jaar actief als engineer. Wat ik fijn vind aan het werken bij een bedrijf als Lencon is de veelzijdigheid. Je werkt steeds aan andere producten, voor andere markten. Dan ontstaat er een soort creatieve kruisbestuiving. ‘Hé, wat ik een tijdje terug daar heb toegepast kan ik op een iets andere manier ook bij dit design gebruiken’. Die brede scope als allrounder maakt het voor mij extra interessant. Daarnaast is Lencon ook gewoon een hele leuke club.’

BROUWEN EN BLAZEN

Naast zijn werk bij Lencon heeft Jacco twee hobby’s. Allereerst het brouwen van stevig bier. Dat doet hij nu zo’n 5 jaar, samen met zijn buurman. Lencon collega’s hebben al eens wat brouwsels mogen proeven. ‘En we sluiten niet uit dat we ooit een speciaal Lencon-bier gaan ontwikkelen.’ Daarnaast bespeelt hij sinds zijn 17e de trombone. ‘Waarom ik voor de trombone heb gekozen? Dat was geen keuze, het is meer toeval. Samen met een vriend ging ik naar een muziekvereniging, waar we allebei tenorsax wilden leren spelen. Maar ze bleken maar één sax te hebben. En een trombone. Ik zei toen ‘Ok, dan doe ik dat maar.’ En dat bleek een hele goede match, ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze. Een trombone is heel veelzijdig en heeft een mooi warm geluid; minder schel dan een trompet.’

VAN THE WALL TOT WAGNER

‘Ik speel vrij fanatiek bij Harmonie Katwijk én ik doe het nodige invalwerk of extra klussen. Bijvoorbeeld bij ensembles, een ander harmonieorkest, het Leids symfonieorkest of een bandje met blazers, waar we meer pop-nummers spelen. Ik vind het allemaal leuk. Ik heb niet echt een voorkeur qua muziekgenre, ik ben heel breed inzetbaar. Ik wil wél graag iets te doen hebben. Geen solo’s hoor, maar twee keer een nootje blazen tijdens een optreden, dat vind ik echt te weinig. Mooie uitdagingen? We hebben vanuit de muziekschool ooit The Wall van Pink Floyd gedaan, dat was heel gaaf om te doen. En met het symfonieorkest vind ik zware stukken van Wagner wel fijn, daar zit voldoende werk in voor de trombone.’

NIEUWE ENERGIE INBLAZEN

‘Het is mooi hoe dat werkt. Overdag bij Lencon ben ik druk bezig met vraagstukken en het bedenken van mooie technische oplossingen. Dan kan ik aan het eind van de dag best moe zijn en heb ik eigenlijk niet veel zin om te gaan oefenen. Maar ik ga wel. Ik wéét dat blazen nieuwe energie geeft… Dan laat ik alles los en focus ik volledig op de muziek. Het samenspel met de andere muzikanten is daarbij heel belangrijk. Ja, daar zit zeker een parallel met het werken bij Lencon. Ik ben nou eenmaal graag actief als teamspeler.’

IK BEN UITVINDER BIJ LENCON

‘Uitvinder, dat wilde ik als kind al worden. Het woord roept een hele wereld op, ook van romantiek en nostalgie. Senior design engineer is mijn officiële functienaam. Maar dat zegt jou toch ook veel minder?’

Patrick Kerkhof werkt sinds 1 april 2021 bij Lencon. ‘Bij mijn vorige werkgever werkte ik ook als uitvinder op een ontwerpafdeling. Daarnaast heb ik meegewerkt aan het tv-programma ‘Het beste idee van Nederland’. Daar heb ik kandidaten begeleid en bijgedragen aan de selectie van het beste idee. Dat was heel gaaf om te doen.’

MEER DAN EEN ONTWERPBUREAU

‘Wat ik zo leuk vind aan Lencon? Het brede portfolio vind ik heel interessant. En we zijn meer dan een ontwerpbureau, waar ze het ontwerp overdragen aan de opdrachtgever. Hier doen wij het hele project, tot en met het maakproces. Ik zit niet alleen achter mijn bureau en de computer, maar doe ook heel veel in onze geavanceerde werkplaats. Een prototype maken is een superleuk onderdeel van mijn werk. Als engineer blijf ik lang bij het proces betrokken, zelfs tot en met de begeleiding van de productie. Ik ken niet veel organisaties die, zoals hier bij Lencon, het héle traject doen.’

WERKPLAATSWALHALLA

‘Onze werkplaats, waar we ook technische producten voor bedrijven assembleren, is voor mij een perfecte uitvalsbasis; een walhalla. Bij een bedrijf zonder werkplaats wil ik niet werken, dat lijkt me heel onhandig. Want als ik nu een ontwerp heb gemaakt, dan zet ik ’s avonds de 3Dprinter aan het werk. En wat ik dan de volgende dag in mijn handen heb, dat vertelt me zó enorm veel. Wat is goed, wat kan beter? Natuurlijk kunnen computers heel veel, maar het tastbaar maken van je ontwerp, dat is voor mij onmisbaar.’

DROOGKLOTERIGHEID

‘Ik werk samen met een hele gezellige club mensen. We hebben een klik, het is alsof we op dezelfde frequentie zitten. Niet alleen vaktechnisch, maar ook persoonlijk. Werk moet wat mij betreft aansluiten op wat je kunt én op wie je bent. Ik ben een droogkloot en het voelt zo goed als collega’s dat snappen, als je elkaar verstaat. Of droogkloterigheid een selectiecriterium voor Lencon moet worden? Misschien is dat wel een goed idee!’

VRIJHEID

‘Niemand kijkt er hier gek van op als je zegt dat je een stuk grond wilt aanleggen om een wiedrobot te testen; je krijgt als ontwerper de vrijheid die je nodig hebt om je werk goed te kunnen doen. En informatiezuilen die we ontwerpen en willen testen op weersbestendigheid? Die halen we gewoon hiernaartoe, ondanks dat die dingen vijf meter hoog zijn. En dan natuurlijk regelmatig besproeien met een tuinslang om die regen na te bootsen. Hoe leuk is dat! Al met al ben ik superpositief over mijn overstap naar Lencon. Maar dat had je vast al begrepen…’

Ben jij ook een echte uitvinder en word je blij van onze werkplaats? Of werk je liever bij opdrachtgevers aan de nieuwste producten? Laat dan wat van je horen. Wie weet zitten we binnenkort aan de koffie tijdens een kennismakingsgesprek.

Bekijk onze vacatures.